Ik ben arts en ik behandel mensen met lichamelijke klachten. Tot zover niets bijzonders. Waarom ervaren veel mensen dan zo’n drempel om mij te bezoeken? Waarom voelden ze zich beledigd of niet serieus genomen toen hun huisarts ze naar mij verwees? Ik ben naast arts psychotherapeut en heb mij gespecialiseerd in lichamelijke klachten, waarbij een duidelijke medische verklaring ontbreekt. Zijn die klachten ingebeeld? Zitten ze tussen de oren? In deze blog geef ik antwoord op deze vragen en leg ik uit hoe psychologische behandeling kan helpen bij aanhoudende lichamelijke klachten.
Tussen de oren zitten de hersenen
Mensen komen bij mij met allerlei soorten klachten. Een plotseling ontstane hoofdpijn, die maar niet overgaat en het concentreren bemoeilijkt. Vermoeidheid, waardoor iemand tot niets meer komt. Aanvallen van duizeligheid en een beklemmend gevoel op de borst. De meesten bezochten verschillende medisch specialisten: een neuroloog, internist, cardioloog. Geen van de specialisten kon een oorzaak voor de klachten vinden. Bloedonderzoek, scans en andere onderzoeken lieten geen bijzonderheden zien.
Als lichamelijke klachten niet te herleiden zijn tot een objectiveerbare afwijking in het lichaam, betekent dit dan dat ze tussen de oren zitten? Dit is wat veel patiënten én dokters denken. Dit is ook de reden dat veel van mijn patiënten zich beledigd voelen wanneer ze naar mij verwezen worden. Het antwoord is: nee en ja. Nee, want onverklaarde klachten zijn niet ingebeeld. Ze worden net zo ervaren als klachten, die wél een duidelijke lichamelijke oorzaak hebben en zijn daarmee net zo echt. Ja, want tussen de oren zitten de hersenen. De hersenen ontvangen prikkels vanuit het lichaam en interpreteren deze. Dus bij het ervaren van lichamelijke klachten (verklaard én onverklaard) spelen de hersenen een centrale rol. Dit is een ingewikkeld proces, waar allerlei factoren op van invloed zijn, waaronder psychologische factoren.
Vicieuze cirkel
Lichamelijke klachten brengen veel teweeg. Ze roepen ideeën bij ons op over de oorzaak en over mogelijke consequenties. Ze kunnen leiden tot bezorgdheid, schaamte, frustratie en wanhoop. We worden voorzichtiger, gaan extra opletten, nemen rust of negeren de klachten, spreken onszelf streng toe en gaan door met waar we mee bezig waren. Ieder mens, met zijn eigen achtergrond, ideeën en ervaringen, reageert op zijn eigen manier op lichamelijke klachten. Voor verschillende klachten kan dit ook weer anders zijn. Soms kan onze manier van reageren de klachten versterken. Er ontstaat een vicieuze cirkel, waarbij de gevolgen van de klachten ervoor zorgen dat de klachten niet overgaan.
Ik word benaderd door Pieter. Pieter heeft last van hartkloppingen. Hij is erg bang voor een hartaanval, omdat vorig jaar een vriend op 51-jarige leeftijd aan een hartaanval is overleden. Uitgebreid onderzoek door een cardioloog leverde niks op: Pieter’s hart is in orde. Toch blijft Pieter bezorgd. Met een Activity Tracker houdt hij zijn hartslag in de gaten en uit voorzorg spant hij zich steeds minder in. Best begrijpelijk, maar wat is nu het probleem? Door het monitoren is Pieter’s aandacht continu op zijn hartslag gevestigd, waardoor hij sneller (normale) veranderingen in zijn hartslag zal opmerken. Door zich steeds minder in te spannen is zijn conditie achteruitgegaan. Dagelijkse inspanningen, zoals traplopen, zorgen daardoor sneller voor een stijging van zijn hartslag, die hij als gevaarlijk ervaart. Kortom: de reacties van Pieter op zijn lichamelijke klachten zorgen er onbedoeld voor dat zijn klachten blijven bestaan.
Aanknopingspunten voor herstel
Dat de oorzaak van de klachten niet bekend is, betekent niet dat er niets aan te doen is. Door de gevolgen van de klachten in kaart te brengen, kunnen we een idee vormen over waarom de klachten niet meer (vanzelf) overgaan. De verschillende onderdelen van deze vicieuze cirkel bieden vervolgens aanknopingspunten voor behandeling.
In het geval van Pieter begint de behandeling ermee dat hij zijn aandacht niet meer continu op zijn hartslag gaat richten. Zijn Activity Tracker doet hij af en hij oefent met het zoeken van afleiding wanneer hij merkt dat hij erg op zijn lichaam let. Een volgende stap is te leren hoe hij de signalen uit zijn lichaam anders kan interpreteren. Wanneer Pieter een versnelde of onregelmatige hartslag voelt, schrikt hij daarvan. Het voelt als een bedreiging en hij denkt dat er iets mis is met zijn hart. Door te leren dat het normaal is dat zijn hart soms overslaat en dat het hart automatisch sneller gaat kloppen als hij zich inspant of angstig is, hoeft Pieter zich minder bedreigd te voelen. Ten slotte is het belangrijk dat Pieter langzaam lichamelijke inspanning weer gaat opbouwen om zo zijn conditie te verbeteren en weer vertrouwen te krijgen in zijn lichaam.
Niet ‘gek’
Het ontbreken van een lichamelijke verklaring, betekent dus niet dat klachten ingebeeld zijn of een psychische oorsprong hebben. Wel hebben aanhoudende lichamelijke klachten vrijwel altijd invloed op onze gemoedstoestand, op onze gedachten en op ons gedrag. Soms kunnen deze gevolgen van lichamelijke klachten het herstel belemmeren. Psychologische behandeling dan kan helpen deze vicieuze cirkel in kaart te brengen en te doorbreken. Het is dus niet ‘gek’ om met lichamelijke klachten naar een psycholoog of psychiater te gaan!