Het frustreert mij steeds meer om te zien hoe ongezond de werkomgeving binnen veel zorginstellingen is. Meer en meer ligt de focus op ‘productie’. Niet alleen zorgt dit voor een belachelijk hoge werkdruk: de zorg wordt ook steeds onpersoonlijker. Dit terwijl menselijk contact voor veel zorgverleners juist het onderdeel van hun vak is dat hen de meeste voldoening geeft.
'Productienorm'
Om een voorbeeld te noemen: in mijn vorige baan in de GGZ werden we als behandelaren geacht 95% van onze werktijd ‘productief’ te zijn. Voor een gemiddelde psycholoog betekent dat: 7 gesprekken van 50 minuten per dag met daar tussenin telkens 10 minuten voor verslaglegging, administratie en inlezen in de volgende cliënt.
Werken in de GGZ is intensief en emotioneel belastend. Door deze ‘productienorm’ (ik gebruik aanhalingstekens, omdat ik het een bizarre term vind) is er echter nauwelijks tijd om op adem te komen, om te reflecteren, te leren of iets met collega’s te delen.
We worden structureel overbelast en wanneer dit leidt tot klachten als burn-out, depressie of lichamelijke klachten, wordt vooral naar het individu gekeken. Zorgverleners die zich in zo’n situatie bevinden, betrekken dit vaak ook op zichzelf en denken: ‘Ben ik wel geschikt voor dit vak? Blijkbaar kan ik het niet aan.’
'Het hoort erbij'
Ik denk dat dit ook te maken heeft met hoe we worden ‘opgevoed’ als zorgverlener. Velen zien het als méér dan een baan. Het is een roeping en daarbij hoort blijkbaar dat je jezelf opoffert om anderen te kunnen helpen. Dat je aan het eind van je werkdag compleet uitgeblust bent, moet je kennelijk maar op de koop toe nemen. ‘Het hoort erbij.’ Misschien komt er zelfs wel wat trots of aanzien bij kijken.
Daarnaast bevinden veel beginnende zorgverleners, zoals basisartsen en basispsychologen, zich in een afhankelijke positie, omdat ze meedingen in de strijd naar een felbegeerde opleidingsplek. Ze zetten hun beste beentje voor en wagen het niet hun mond open te trekken over de lange werkdagen, administratielast of (te) grote verantwoordelijkheden, want dat verkleint hun kansen op een dergelijke opleidingsplek.
Op naar meer zelfzorg voor zorgverleners
Tot zover mijn tirade. Want natuurlijk snap ik dat dit een complex probleem is: zorginstellingen hebben te maken met financiering vanuit zorgverzekeraars, waardoor voor hen de marges ook steeds kleiner worden.
Toch is er in mijn ogen ook op andere niveaus ruimte voor verbetering, zodat zorgverleners beter voor zichzelf leren zorgen en daarmee op de lange termijn plezier en voldoening uit hun werk kunnen blijven halen.
In opleidingen zou wat mij betreft meer aandacht mogen zijn voor de natuurlijke neiging van zorgverleners om zichzelf weg te cijferen en voor thema’s als realistische eisen, zelfzorg en je grenzen aangeven.
Meer zorgverleners zouden zich hierover mogen uitspreken, zodat de (grote) groep die het niet volhoudt in dit werkklimaat weet dat dit geen teken van persoonlijk falen is.
PM. Is deze klaagzang gebaseerd op mijn persoonlijke ervaring? Natuurlijk! Ik ben niet voor niets mijn eigen bedrijf gestart en gestopt met het werken in de GGZ. Maar sinds ik die stap heb gezet, zie en spreek ik steeds meer zorgverleners die zich overbelast voelen en dezelfde onvrede en frustratie ervaren. Ik hoop hiermee vooral een gesprek op gang te brengen en voor meer bewustzijn te zorgen.
Daarnaast heb ik een online programma ontwikkeld waarmee ik mijn steentje hoop bij te dragen aan het oplossen van dit probleem. Ik heb dit programma gemaakt voor zorgzame mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, die onverklaarde lichamelijke klachten of fysieke spanningsklachten ervaren. Het programma heeft als doel hen meer bewust te maken van hun eigen overtuigingen rondom thema’s als rust, verantwoordelijkheid, schuldgevoel, voor jezelf kiezen, grenzen stellen en hulp vragen en daarin stappen te zetten om gezonde keuzes te maken voor zichzelf, zodat hun lichaam de kans krijgt te herstellen.